Sjalot/ Ui

Sjalot/ Ui

Informatie

 

Sjalot

De sjalot is een plant uit de narcisfamilie.

De sjalot, die waarschijnlijk afkomstig is uit de regio rond de stad Askalon, in Israël, is bijna het kleine neefje van de ui. Sjalotten vormen veel blad en onder aan een geplante bol ontwikkelen zich jonge klisters die rond of langwerpig kunnen zijn. Het aantal gevormde bolletjes varieert van vier tot tien of meer. Het zijn die klisters die we normaal opeten maar ook het nog groene blad kan geconsumeerd worden.

Sjalotjes hebben een iets verfijndere smaak dan uien en zijn beter verteerbaar.

 

Ui

De ui is een bolgewas uit de narcisfamilie.

De teelt van de ui was al bekend bij de oude Egyptenaren, Grieken en Romeinen.

De ui is eigenlijk een tweejarig gewas. In het eerste jaar wordt een bol gevormd en in het tweede jaar de bloemstengels, de bloem en het zaad. De bol is samengesteld uit een aantal vervormde en verdikte bladeren, waarin reservevoedsel opgestapeld ligt. De twee tot vier vliezige rokken aan de buitenkant beschermende bol tegen uitdroging.

Naast de bol kan ook het holle en puntige blad gegeten worden. De wortels van de ui staan in een krans onder aan de bol. Driekwart ervan wortelt in de bovenste twintig centimeter van de grond. Daarmee is de ui een van de meest oppervlakkig wortelende gewassen. In onze streken worden vooral bolronde, gele uiten geteeld maar er bestaan ook peervormige en platte, witte en rode soorten.

Oogsten en bewaren

 

Sjalot

Om te bewaren, oogst je sjalotten als hun loof voor twee derde verdord is. Dat is in juli en augustus. De planten hang je in bosjes te drogen. Daarna haal je het blad eraf en bewaar je de bollen eerder koel en droog.

 

Ui

Om te bewaren, oogst je sjalotten als hun loof voor twee derde verdord is. Dat is in juli en augustus. De planten hang je in bosjes te drogen. Daarna haal je het blad eraf en bewaar je de bollen eerder koel en droog.

 

In de loop van de zomer valt het loof van de ui plant en begint het stilaan op te drogen. Dan is de oogsttijd aangebroken. Voor de plant ui zal dit natuurlijk vroeger zijn dat voor de zaai ui. Een vuistregel is: oogsten op het ogenblik dat tweederde van het loof afgestorven is. Vroeger oogsten geeft opbrengstverlies want tussen het omvallen (strijken) van het loof en het volledig afsterven, neemt de opbrengst nog toe met ongeveer 10-15% per week. Maar te laat geoogste uien bewaren dan weer minder goed en kunnen onderaan openbarsten.

Bij vochtig weer oogst je het beste vroeg om infecties door allerlei schimmels te vermijden. Bij de oogst vermijd je elke beschadiging van de bol om later bij het bewaren geen schimmelinfecties te krijgen.