Reinier is inmiddels de 3de generatie van de familie Kempenaar op de boerderij. Zijn opa huurde in 1934 de boerderij. De verpachter bouwde een nieuwe boerderij in 1934/35.
De schuur, oftewel ‘de tas’ had twee functies: er was de opslag van de oogst (graanschoven) in het grote hoge gedeelte en in het lage deel stonden koeien, paarden en varkens. Het bedrijf was dus een gemengd bedrijf, met vee maar ook akkerbouw.
De teelten bestonden uit tarwe, haver, gerst, suiker- en voederbieten, erwten, koolzaad en klaver. In de jaren 40-45 was het zelfs voor een boer verplicht om een bepaald percentage koolzaad te telen!
Kun jij je voorstellen dat suikerbieten in die tijd met de hand gerooid werden? Vervolgens met paard en wagen naar de steiger in de Leidse Vaart gebracht werden, waar ze in een schip geladen werden om vervolgens over het water naar de suikerfabriek vervoerd te worden?
Op de foto, gemaakt in de jaren ’50, zie je de achterkant van “de tas” waar wij als team van de Dyck nog steeds gebruik maken van de in/uitgang naar en van ons werk. Op de tractor zit opa Kempenaar!